Strengere beveiligingseisen voor bedrijven die werken met gevoelige overheidsdata

Dat maken minister Frank Rijkaart van Binnenlandse Zaken en minister Ruben Brekelmans van Defensie bekend in een brief aan de Tweede Kamer. De ABRO 2026 introduceert twee belangrijke wijzigingen. Ten eerste wordt er één uniforme set beveiligingseisen ingevoerd voor alle relevante overheidsopdrachten, waaronder die van de rijksoverheid en politie. Ten tweede krijgt het Nationaal Bureau Industrieveiligheid (NBIV) de taak om bedrijven te controleren op naleving van de eisen. Volgens de ministers versterkt dit de weerbaarheid tegen dreigingen zoals spionage, cyberaanvallen en sabotage.

Vier niveaus

De beveiligingseisen zijn onderverdeeld in vier niveaus, variërend van Departementaal Vertrouwelijk tot Staatsgeheim Zeer Geheim, elk met specifieke vereisten. De regels gelden voor ministeries, hun agentschappen, diensten en de politie. Voor Defensie betekent dit een overgang van de huidige Algemene Beveiligingseisen voor Defensieopdrachten (ABDO 2019) naar ABRO 2026, zonder dat lopende ABDO-dossiers worden aangepast. Naleving van de ABRO-eisen wordt contractueel vastgelegd; bij niet-nakoming kan het contract worden ontbonden.

Eerder streefde het kabinet ernaar de regelgeving voor het zomerreces 2025 af te ronden, maar dat is niet gelukt. Publicatie in de Staatscourant van het Kaderbesluit ABRO rijksdienst, het convenant met de politie en de ABRO 2026 staat wel op korte termijn gepland. De nieuwe regels treden op 1 januari 2026 in werking.

Organisaties in de eerste fase, de zogeheten tranche 1, starten dan geleidelijk met de toepassing van ABRO op inkoopdossiers die de nationale veiligheid raken. Binnen twee jaar moeten alle betrokken organisaties de eisen volledig implementeren. De tijdelijke ABRO-programmadirectie ondersteunt hen hierbij. De gefaseerde invoering hangt samen met de voorbereidingstijd van de ministeries en de capaciteit van het NBIV, dat stap voor stap wordt uitgebreid. Eind 2026 volgt een tussenevaluatie.

Later meer bekend over volgende tranches

Een uitbreiding van de ABRO naar volgende tranches, zoals zelfstandige bestuursorganen, decentrale overheden, vitale sectoren en Hoge Colleges van Staat, wordt in een latere voortgangsrapportage besproken. Daarbij wordt bekeken welke organisaties met de hoogste risico’s voor de nationale veiligheid voorrang krijgen. Juridische instrumenten, financiën en organisatorische afspraken worden hiervoor voorbereid onder leiding van het interdepartementale ABRO DG Kernteam en de ABRO-stuurgroep. Een aparte kabinetsbeslissing is nodig voor deze uitbreiding.