Data Center Infrastructure Management heeft wel degelijk een toekomst
Onderzoek wijst uit dat een groot deel van het partnerkanaal DCIM-software (Data Center Infrastructure Management) complex en ondoorzichtig vindt. Dat klopt. Van alles en nog wat wordt als DCIM-software op de markt gebracht en het doet allemaal wat anders. DCIM-leverancier Schneider Electric heeft daarom gekozen voor een overzichtelijke modulaire opbouw van zijn portfolio. Het toont daarmee zijn klanten en partners dat DCIM wel degelijk toekomst heeft.
Met de DCIM-suite van Schneider Electric – StruxureWare for Datacenters – kan de klant zijn datacenter op elk gewenst niveau managen. Het begint allemaal met meten, real-time monitoren: wat is de gezondheid van mijn datacenter nu? Daarvoor heeft het bedrijf StruxureWare Datacenter Expert. Hiermee kan een organisatie zijn volledige fysieke infrastructuur (voeding, koeling, omgevingsbewaking, et cetera) monitoren. “Dat is de belangrijke basislaag, het fundament van alles," zegt Cees de Vogel, Pre Sales StruxureWare Engineer bij de IT Business-unit van Schneider Electric. De tweede laag betreft het beheren, het plannen en het uitvoeren van simulaties (what-if scenario’s). Dat is de operations-laag. Met StruxureWare Datacenter Operation kun je het datacenter ook visualiseren, alle koppelingen in kaart brengen. Denk hierbij aan de technische netwerkverbindingen en stroomaansluitingen. En door koppelingen te maken met de monitoringlaag kun je nog preciezer plannen. “Het is een laag die zelf ook weer gelaagd is opgebouwd," aldus Cees de Vogel. “Voorheen was het allemaal één pakket. Je kocht alles en betaalde daarvoor. Dat was voor de meeste klanten veel te complex en niet goed te behappen. Daarom is het nu modulair ingericht.”
De DCIM-software is volgens De Vogel niet alleen maar geschikt voor grote datacenters. “Je kunt klein instappen, ook qua aantallen licenties. Op de operations-laag zijn de licenties gebaseerd op aantallen racks, op de monitoringlaag op IP-adressen. In een groot datacenter zal onze software het meest tot zijn recht komen, maar voor klanten met een computerruimte met drie racks is onze software ook interessant.”
Partnermodel
Schneider Electric doet op een paar uitzonderingen na alles via het partnerkanaal. StruxureWare Datacenter Expert mag iedere partner verkopen. Dat is puur het real-time monitoren. Het is een product dat weinig toelichting vereist. Wil je ook de operations-laag als partner verkopen, dan moet je echter gecertificeerd zijn. De Vogel: “StruxureWare Datacenter Operation is niet zomaar een product; dat behoeft echt de nodige uitleg. Daarin hanteren we twee niveaus: 'certified software-salespartner' en 'certified software-implementatiepartner.' Voor 'certified software-salespartner' moet je een aantal webtrainingen doen om de nodige kennis van zaken op te doen. Op niveau twee ben je naast 'certified software-salespartner' ook nog 'certified implementatiepartner'. Deze getrainde gecertificeerde partners kunnen de volledige tooling bij de eindklant implementeren en onderhouden, en hem tevens nader kunnen adviseren.”
Typen partners
Met StruxureWare Datacenter Expert komt Schneider Electric al snel bij facilitair beheerders en inrichters van datacenters terecht. “Zij zijn bij uitstek geschikt om een infrastructuuroplossing te leveren waar onze Expert-software onderdeel van is.” Zo’n partner kán ook de Operation-software verkopen vanuit zijn datacenterkennis, maar dat is niet direct vanzelfsprekend. Er zit in die StruxureWare Datacenter Operation-software namelijk ook een flink aantal modules die heel sterk gericht zijn op IT, legt De Vogel uit. “Daarom zoeken wij ook samenwerking met IT-leveranciers als HP en Dell, die onze StruxureWare Operation-software als 'add-on' op hun eigen managementsoftware kunnen verkopen. Dat zijn de partners die op een heel ander niveau bij klanten binnenkomen. Die praten met andere personen binnen een organisatie. Maar het mooist zijn natuurlijk die partners die bij een klant beide partijen aan tafel krijgen.
Klanten moeten goed begeleid worden bij de implementatie van Schneider Electric’s DCIM-software, maar óók bij het gebruik ervan. “Sommige klanten zijn geneigd te denken dat na installatie alles vrijwel automatisch gaat," waarschuwt De Vogel. “Een deel kan geautomatiseerd worden, maar er blijven altijd zaken over die een organisatie zelf moet bijhouden! Dat is niet complex maar vereist wel de nodige discipline. Daarom moet een organisatie van te voren goed nadenken over wat zij wel en niet wil monitoren en bijhouden, en moet de tooling goed worden ingepast in de bestaande beheerprocessen. Ook op dat vlak is er een belangrijke rol weggelegd voor onze partners.”
Kansen
Wat voor kansen biedt StruxureWare for Datacenters aan partners? “Op het moment dat je als partner alles goed hebt geïnstalleerd bij de klant, heeft die ook wat. Het biedt hem een stuk toegevoegde waarde. Zo leveren we ook apps voor zijn smartphone. Daarmee heeft hij zijn datacenter in zijn broekzak en kan hij op elk moment zien wat er gebeurt en wat hij heeft staan. Of neem alleen die basislaag, het real-time monitoren. Het geeft het datacenter van de klant ogen en oren. Dat is zó belangrijk. Het gaat niet alleen maar over die server die down gaat. Je wilt weten hoe kritisch die is. Je wilt dus inzicht hebben in welke businessprocessen worden geraakt op het moment dat een bepaalde server uitvalt. Partners die een organisatie met StruxureWare dat inzicht weten te bieden, bouwen krediet op. We zien dan ook regelmatig dat de verkoop van StruxureWare ook weer nieuwe business genereert voor een partner. Onsite consultancy (bijvoorbeeld het maken van rapportages of adviseren bij wijzigingen in de IT-omgeving van de klant) geeft partners de mogelijkheid hun toegevoegde waarde te tonen. Bij gebruik van deze software groeit vaak de behoefte om steeds meer zaken te meten waardoor er wellicht ook nog extra hardware nodig is.”
Verder wijst De Vogel erop dat de inzet van StruxureWare de klant de nodige besparingen oplevert. “Met onze software kun je bijvoorbeeld door nauwkeurig meten veel preciezer in kaart brengen hoeveel stroom diverse apparatuur verbruikt. Te ruime marges door gebrekkig inzicht in het verbruik kunnen zo worden teruggeschroefd. Daardoor kan een bedrijf veel meer in zijn datacenter kwijt en kan de levensduur ervan verlengd worden. Ook kan uit simulaties bijvoorbeeld blijken dat de koeltemperatuur omhoog kan. Al kun je maar één graad omhoog met die koeltemperatuur, dan is dat een flinke besparing aan het eind van het jaar. Dat kan alleen maar door te meten en simulaties uit te voeren. Zonder dat wordt het een ‘lucky shot’.”
Door: Dick Schievels