Cerabyte archiveert data op glas

We spraken Christian in Palo Alto tijdens de IT Press Tour. Christian: “70% van de gegenereerde data is cold data en wordt na de eerste 90 dagen nog amper gebruikt, om daarna voor de eeuwigheid in archieven te verdwijnen. Het is dus een verkeerde keuze om daar dure, energie consumerende opslagmedia voor in te zetten. Cerabyte is daarom op zoek gegaan naar een medium dat wel geschikt is voor efficiënte lange termijn en energiearme opslag. De keuze voor glas als medium past in die filosofie.”

Cerabyte gebruikt dun gorillaglas als drager waarop een QR-code-achtige patroon aangebracht is in een 10 nm dikke coating. De technieken die hiervoor nodig zijn, zijn afkomstig uit de halfgeleiderindustrie. Als de oppervlakte van de vierkante glazen drager beschreven is, wordt deze samen met andere dragers weer verpakt in de cassette. De dragers zitten stabiel in de cassette zoals die ook voor LTO-drives gebruikt worden en hoeven voor het uitlezen de drager niet te laten draaien. Een laser scant de oppervlakte. Omdat de glazen drager erg dun is, is het ook flexibel. Het 5mm dikke glas is gewoon buigbaar. Het beschrijven van de glasplaat maakt gebruik van lithografische technieken die voor de halfgeleiderindustrie ontwikkeld worden. Een prototypesysteem is inmiddels beschikbaar. Cerabyte claimt dat zij een simpelere aanpak hebben dan Microsoft’s project Silica en ook dichter bij commercialisering zijn. Daarmee heeft Cerabyte een technologie ontwikkeld die ook eenvoudiger en sneller te commercialiseren is dan DNA-storage.

De laatste stap die nu gezet moet worden is het industrialiseren van het productieproces en de benodigde systemen. Demosystemen zijn er dit jaar, on-prem datacentra zouden er volgend jaar al mee aan de slag kunnen. Daarna volgen de cloud datacenters. Hyperscalers kunnen er al over vier tot vijf jaar diensten mee aanbieden. On-prem systemen zullen 5 Pbyte per rack kunnen archiveren, cloud-systeen 10-30 Pbyte en hyperscalers 60-100 Pbyte per rack. Naar verwachting kunnen hyperscalers binnen 10 seconden de eerste bytes uitlezen, voor on-prem oplossingen is dat wat langer, zo’n 30 seconden.

Door: Hans Steeman