Fundaments adviseert: “Draai het om van ‘cloud first’ naar ‘data first’”

CTO Larik-Jan Verschuren begint met een klein stukje bedrijfsgeschiedenis. “We bestaan al 25 jaar. De rode draad is altijd geweest dat we hosting-gerelateerde diensten voor klanten boden, vanuit het datacenter. Eigenlijk boden we in 2000 al clouddiensten, toen die term nog niet gebruikt werd. Natuurlijk is er wel veel veranderd in de wereld. We doen met zijn allen steeds meer met cloud, maar we denken niet heel veel na over waar de data in die cloud landt en wie dat bewerkt. Sinds Trump aan de macht is, is dat laatste wel veranderd.”

“We operationaliseren server-, netwerk- en opslaginfrastructuur in datacenters en we bieden daarmee een platform waar je applicaties op kunnen worden ontsloten”, legt Verschuren uit. “Daarin ontstaan steeds meer smaken. Alles wordt veel meer gecontaineriseerd. Door de opkomst van AI verandert er ook veel. Er moeten een soort kleine fabriekjes worden gebouwd waarin AI wordt uitgerold. Ons bestaansrecht blijft daarbij dat wij weten waar jouw data landt en wie eraan kan komen. Wij passen op die data, ook in deze tijd van AI-agents.”

Werkelijkheid is anders

Fundaments sprak daarbij in het verleden meestal niet over private cloud of soevereine cloud, maar het biedt dat eigenlijk al heel lang, zo vertelt Ron Boscu. Hij is sinds een jaar de sales en marketing manager van Fundaments. Hij richt zich voor een belangrijk deel op het private cloud-aanbod, vooral richting de focusmarkten zorg en (semi-)overheid. Boscu heeft jarenlange ervaring met cloud en datacenters, onder meer als salesdirecteur bij Equinix. De laatste paar jaar deed hij iets anders, tot hij door Fundaments gevraagd werd. “Eerlijk gezegd had ik op dat moment het gevoel dat de cloudmarkt al helemaal vergeven was aan de grote Amerikaanse spelers. Ik merk dat veel mensen dat ook denken. Maar de werkelijkheid is totaal anders dan die ‘framing’, zo heb ik gemerkt. Meer dan 65 procent van de landelijke en regionale overheden, semi-overheden en zorg-organisaties, heeft haar data nog in een eigen datacenter staan.”

Organisaties kiezen daarbij volgens Boscu vooral voor veiligheid en controle. “Het zijn vooral hun kroonjuwelen die ze in hun eigen datacenters hebben staan. De meeste organisaties komen vervolgens alleen in beweging als hun infrastructuur end-of-life is. Tot voorkort bleven wij met Fundaments van de eigen infrastructuren van klanten af, omdat wij ze niet zelf ontwikkeld hadden, maar nu helpen we ze daar wel mee. Behalve dat we shared en private CPaaS (Container Platform as a Service) op ons eigen platform bieden, kunnen we dus ook de infrastructuur op de locatie van de klant, of in een datacenter, voor ze beheren. Sindsdien trekken veel klanten naar ons toe. Bij hen bestaat er geen standaardoplossing. Er is bijna altijd sprake van een combinatie, een lappendeken. Die lappendeken ondersteunen we.”

Business wil garanties

Op die manier wil Fundaments er ook voor zorgen dat de IT en de business minder sterk tegenover elkaar komen te staan. Boscu: “De IT wil dingen uitbesteden om geld te besparen en omdat ze de juiste mensen niet kunnen vinden. De business is blij dat alles draait en wil dat gewoon zo houden. Businessafdelingen zijn, een beetje tot mijn teleurstelling, vaak niet bezig met hoe ze dingen efficiënter kunnen maken.”

Maar de laatste maanden verandert er iets, zo merkt hij ook. “Door het beleid van Trump zijn mensen ineens bang geworden voor het feit dat ze geen grip hebben op hun data. Ik noem het een soort kill-switch. De business wil nu de garantie dat ze voor honderd procent eigenaar van de data zijn. Dat is de kernvraag. Er worden budgetten vrijgemaakt om controle te krijgen en te behouden, en er ontstaat een enorme vraag naar private cloud.”

Bij dat soort afwegingen gaat het ook vaak over geld, geeft Boscu aan. “Hoe zwaarder de applicaties zijn die gehost moeten worden, hoe groter het financiële voordeel bij ons wordt. Omdat we maatwerk bieden zijn we flexibeler en schaalbaarder, met daaronder de geëiste 24/7-ondersteuning. We kunnen dat gewoon slimmer aanbieden dan de grote hyperscalers. Bedrijven merken dat hun budgetten bij die hyperscalers, door de ondoorzichtige en dus onvoorspelbare maandelijkse kosten, vaak veel sneller op gaan dan verwacht. Dat terwijl de business juist wilde gaan besparen. Daarnaast krijgen ze weinig tot geen hulp als er zich een probleem voordoet.”

Discussies over data-strategie

Verschuren merkt ook dat de gesprekken daardoor heel anders zijn geworden. “Vroeger spraken bedrijven over een cloud-first strategie, en maakte het soort cloud ze vervolgens weinig uit. De discussie gaat nu minder over kosten en gemak en meer over de data-strategie. Je moet je afvragen welke data je echt nodig hebt om te bestaan als organisatie. Die belangrijke data moet je goed beschermen. Data wordt daarom steeds vaker weer gelabeld, zoals vroeger. Daarbij zoek je vervolgens een cloudprovider, wat ook best een hyperscaler kan zijn. Het antwoord is vaak de mix van meerdere clouds. Je moet het dus omdraaien van ‘cloud first-strategie’ naar ‘data first-strategie.’”

Dat verhaal speelt onder meer sterk bij overheden en zorgorganisaties, waar Fundaments zich steeds nadrukkelijker op focust. Verschuren: “Doordat we steeds meer over data praten, helpen we steeds grotere organisaties.” Boscu: “We werken het liefst met organisaties die nadenken over de lange termijn en die het belang van eigenaarschap begrijpen en dat vertalen naar dataclassificatie en datalabeling.”

Bewuste keuzes in Eindhoven

Eén van die klanten is de gemeente Eindhoven, waar Fundaments een Europese aanbesteding won voor een nieuwe private cloud-omgeving, inclusief ondersteuning en beheer. Verschuren: “We hebben onze private cloud-oplossing daar lokaal neergezet. Zo combineert de klant het gemak van het uitbesteden van beheer, met het hebben van grip op hun data en applicaties. Dat is precies wat ze wilden. Een mooi voorbeeld van een organisatie die heel goed nadacht over hun datastrategie en op basis daarvan bewuste keuzes maakte.”