26 augustus 2025

Windows 10 stopt — maar wie bepaalt eigenlijk wanneer software ‘end-of-life’ is?

Op 14 oktober 2025 stopt Microsoft definitief met het ondersteunen van Windows 10. Vanaf dat moment komen er geen beveiligingsupdates meer en neemt het risico voor gebruikers met de dag toe. Voor miljoenen particulieren en organisaties is dit een harde boodschap. Want hoewel Windows 11 al een tijd beschikbaar is, draait een groot deel van de wereld nog steeds op Windows 10.

Windows 10 stopt — maar wie bepaalt eigenlijk wanneer software ‘end-of-life’ is? image

Voor sommige bedrijven betekent dat dure migratieprojecten, het vervangen van nog goed werkende hardware en het herprogrammeren van maatwerkapplicaties die niet zomaar meeverhuizen naar Windows 11. Voor anderen betekent het vooral onzekerheid: hoe houd je je IT veilig als de leverancier zelf zegt dat de software “einde levensduur” heeft bereikt?

Die vraag raakt aan een fundamenteler thema. Wie bepaalt eigenlijk wanneer software verouderd is? De leverancier die commerciële belangen heeft, of de gebruiker die vindt dat de software nog prima voldoet?

Windows 10 als kantelpunt

Windows 10 is sinds 2015 de meest gebruikte versie van Microsofts besturingssysteem. Het werd gepresenteerd als “het laatste Windows”, dat voortdurend door updates zou worden verbeterd. Toch trekt Microsoft na tien jaar de stekker eruit. Niet omdat de software technisch onbruikbaar zou zijn, maar omdat Microsoft door wil met Windows 11 en zijn clouddiensten.

Dat is niet nieuw. Grote softwareleveranciers werken al jaren met dit model: een versie wordt “end-of-life” verklaard en wie mee wil, moet migreren. Maar de pijnpunten worden bij Windows 10 extra zichtbaar. Vooral bedrijven die afhankelijk zijn van legacy-applicaties staan voor een dilemma. Zij moeten veel investeren om te upgraden, terwijl de software die ze gebruiken nog prima voldoet.

Dit maakt duidelijk hoe afhankelijk organisaties zijn van de keuzes van hun leverancier. In een eerdere blog schreef ik al: Vendor lock-in is een nationaal veiligheidsrisico. Het einde van Windows 10 is daar opnieuw een voorbeeld van.

Third-Party Maintenance: software langer in de lucht houden

Er is echter ook een tegenbeweging. Naast de officiële supportkanalen ontstaan er bedrijven die software langer in de lucht houden, ook nadat de leverancier ermee is gestopt. Dat fenomeen heet Third-Party Maintenance (TPM).

Een bekend voorbeeld is Origina, dat wereldwijd naam maakte door het onderhoud van oude IBM-software over te nemen. Klanten die niet wilden of konden overstappen naar nieuwe IBM-versies, konden bij Origina terecht voor updates, patches en ondersteuning. Vaak tegen lagere kosten en met langere garanties dan IBM zelf bood.

TPM-bedrijven nemen de verantwoordelijkheid op zich en geven eigen garanties. Ze zorgen dat software die door de leverancier is afgeschreven, toch veilig en bruikbaar blijft. Daarmee verschuift de macht van de leverancier naar de gebruiker: het is niet meer de leverancier die bepaalt wanneer de software ophoudt te bestaan, maar de gebruiker die kiest hoelang hij ermee doorgaat.

Een vergelijking met de auto-industrie ligt voor de hand. Waar nieuwe auto’s tijdens de garantieperiode vooral in onderhoud gaan bij de officiële merkdealer, groeit daarna de rol van onafhankelijke garages die goedkoper en vaak flexibeler onderhoud aanbieden. Deze bedrijven richten zich juist op oudere auto’s, die formeel buiten de garantie of reguliere onderhoudscontracten vallen, maar technisch nog prima functioneren. Zo ontstaat er ook in de digitale wereld een soort “algemene garage”: partijen die niet gebonden zijn aan de commerciële cyclus van de leverancier, maar die waarde zien in het verlengen van de levensduur.

Digitale waardigheid en soevereiniteit

Deze ontwikkeling raakt aan een diepere laag: de vraag naar soevereiniteit en waardigheid in de digitale wereld. Wanneer een leverancier bepaalt dat jouw software “dood” is, verlies je de regie over je eigen infrastructuur. Het dwingt je tot keuzes die misschien niet in jouw belang zijn, maar vooral in dat van de leverancier.

In mijn blogSoevereiniteit gaat over controle, regie maar vooral waardigheid’, beschreef ik hoe digitale afhankelijkheid uiteindelijk ook een vraagstuk van waardigheid wordt. Het einde van Windows 10 laat zien dat dit niet alleen gaat over grote geopolitieke thema’s, maar ook over de dagelijkse praktijk van IT-afdelingen en eindgebruikers. Hoe waardig acht Microsoft jou als klant, als ze zonder meer de support stoppen?

Want als jouw laptop nog prima werkt, waarom zou die ineens “onveilig” of “afgeschreven” zijn, alleen omdat een leverancier dat besluit? Stap dan maar over naar een garagebedrijf die jouw software – zonder updates – nog wel wil ondersteunen.

Afwegingen en risico’s

Third-Party Maintenance klinkt aantrekkelijk, maar is niet zonder risico.

  • Officiële support van Microsoft ontbreekt. Dat betekent dat organisaties goed moeten afwegen of alternatieve updates voldoen aan hun compliance-eisen en audits. Meestal nemen de support pas over als je de laatste upgrade hebt geïnstalleerd.

  • De TPM-markt bestaat uit relatief kleine spelers. Hun continuïteit en capaciteit moeten kritisch beoordeeld worden. Maar deze markt zal zeker groeien.

  • Niet alle software is geschikt voor dit model. Vaak gaat het om niche-applicaties, gecontroleerde omgevingen of legacy-systemen die niet bedrijfskritisch zijn.

Toch is het een serieus alternatief voor organisaties die niet direct mee kunnen in de upgradecarrousel. Het geeft lucht, tijd en ruimte om migraties op een strategisch moment te plannen in plaats van onder druk van de leverancier. Voor velen kan het een ‘ei van Columbus’ zijn.

Breder perspectief: duurzaamheid en regie

Het einde van Windows 10 legt een groter probleem bloot: de vanzelfsprekendheid waarmee we accepteren dat leveranciers de levensduur van software bepalen. Terwijl we in andere domeinen duurzaamheid steeds belangrijker vinden, gaan we in IT vaak gedachteloos mee in een cyclus van “oude spullen weg, nieuwe spullen erin”.

Maar software is niet vanzelf verouderd. Als er serieuze veiligheidsrisico’s ontstaan, is de situatie anders. Maar het zijn vaak commerciële keuzes die bepalen wanneer iets end-of-life is. En zolang we ons daarbij neerleggen, blijft de macht bij de leverancier liggen.

In mijn blogCloud: hardware en software van een ander’ stelde ik al de vraag: van wie is jouw digitale infrastructuur eigenlijk? Windows 10 laat zien dat het antwoord vaak teleurstellend is: niet van jou, maar van de leverancier.

Conclusie

Het einde van Windows 10 is niet alleen een technisch feit, maar ook een maatschappelijke wake-up call. Zolang leveranciers bepalen wanneer software stopt, blijven gebruikers gevangen in de lock-in.

Third-Party Maintenance en alternatieve onderhoudsbedrijven laten zien dat er andere routes zijn. Routes die organisaties meer regie geven, die de levensduur van systemen verlengen en die uiteindelijk bijdragen aan meer digitale soevereiniteit en waardigheid.

Misschien moeten we software niet langer als iets tijdelijks zien dat na een paar jaar vanzelf “weg moet”, maar als een waardevol bezit waarvan de levensduur net zo goed verlengd kan worden als dat van een gebouw of machine.

De echte vraag is dus niet: wat doen we als Windows 10 stopt?
Maar: willen we blijven accepteren dat leveranciers bepalen wanneer onze software ophoudt te bestaan?

Door: Hans Timmerman (foto)

Omada by TP-Link partnerevent 2025 BN + BW
Factsheet: Van risico naar regie: beheer je e-maildomein met DMARC V2

Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!