10 november 2025

Energie als cybersecuritywapen

Satya Nadella noemde het onlangs de perfecte storm: te veel kunstmatige intelligentie, te weinig energie. We hebben AI (ook) nodig om ons te verdedigen, maar niet genoeg stroom om haar te laten draaien. De ironie is compleet. Terwijl de wereld zich opmaakt voor de eerste digitale oorlog, blijkt onze grootste kwetsbaarheid niet een softwarefout, maar een stopcontact.

Energie als cybersecuritywapen image

De cyberdreiging van vandaag is niet meer het werk van hackers in donkere kamers. Het zijn AI-systemen die zelf leren, aanvallen genereren en zich razendsnel aanpassen. Autonome ransomware, deepfake-phishing en ‘agentic exploits’ die complete aanvalsketens automatiseren in minuten. De aanvaller werkt met dezelfde AI als de verdediger — alleen beschikt hij over meer stroom. En dat maakt energie tot het nieuwe strategische verschil tussen winnen en verliezen.

De paradox van verdediging

Meer AI betekent meer energie. Meer verdediging betekent meer datacenters. Maar de Europese energievoorziening piept en kraakt onder de druk van haar eigen idealen.

Cybersecurity-afdelingen draaien tegenwoordig AI-systemen die patronen van aanvallen analyseren, verdachte netwerken doorlichten en realtime beslissingen nemen. Alleen: die systemen verbruiken evenveel energie als een middelgrote stad. En dus moeten securityteams hun digitale verdedigingslinies letterlijk throttlen — beperken — om binnen het stroomplafond te blijven.

We hebben een digitale muur gebouwd, maar vergeten dat die stroom nodig heeft om overeind te blijven. In de windstille Kerstnacht brandt de verlichting alleen nog omdat conventionele centrales het overnemen. Op dat moment heeft zon en wind niets meer toe te voegen — behalve symboliek. En precies dan, als het licht zwak flikkert en de servers terugschakelen, weten de digitale aanvallers dat de verdediging even niet oplet.

De Europese misrekening

Europa bereidde zich voor op de vorige oorlog. We investeerden in diplomatie, duurzaamheid en de illusie dat vrede een blijvende toestand is. Na de val van de Muur geloofden we dat het tijdperk van bedreiging voorbij was — dat energie schoner moest, niet sterker. De oorlog die nu ontstaat — met drones, AI en energie als munitie — stond nooit op de tekentafel.

We hebben industrieën ontmanteld, energiebronnen gesloten en defensie uitgekleed. En terwijl Rusland zijn gas behoudt, China zijn kolen opstookt en Amerika kerncentrales bouwt, rekent Europa met zonnevelden die zonder subsidie niet draaien en windparken die zwijgen als het niet waait. Zie ook mijn blog: ‘Old lesson not learned . . . “.

De Green Deal, ooit bedoeld als redding van het klimaat, heeft ons digitaal afhankelijk gemaakt van landen die hun energie wél goedkoop en overvloedig hebben. We offerden strategische autonomie op het altaar van morele superioriteit. En nu blijkt dat idealen geen servers voeden.

Kleine reactoren, grote veerkracht

De oplossing ligt niet in meer windmolens, maar in kleine, slimmere kernreactoren. Net als het internet sterker werd door decentralisatie, kan ook ons energiesysteem veerkrachtiger worden door een netwerk van kleine, lokale centrales. Mijn vrouw zei ooit in de gemeenteraad, half spottend: “Liever dan windmolens in natuurgebieden, zie ik mini-kerncentrales in achtertuinen.” Ze bedoelde het als grap. Maar misschien was het profetisch.

Microreactoren van 50 tot 300 megawatt, verspreid over het land, kunnen precies dat doen: onze digitale infrastructuur voorzien van stabiele, lokale energie. Een cyberaanval of sabotage raakt dan hoogstens een fractie van de capaciteit. Energie wordt modulair, lokaal en weerbaar — precies zoals de digitale wereld zelf.

Jeremy Rifkin voorzag dit al eind jaren negentig in The Third Industrial Revolution: zowel energie als communicatie moesten samen evolueren naar kleinere, gedistribueerde netwerken. Waar hij er toen over schreef als toekomstbeeld, wordt nu noodzaak. De digitale en energetische revolutie lopen in elkaars pas — en wie ze samen weet te organiseren, bepaalt de veerkracht van morgen.

Het mooie is dat de infrastructuur er al grotendeels ligt: onze elektriciteitsnetten, ooit ontworpen voor grootschalige distributie, kunnen juist door deze decentrale centrales beter worden benut. Alleen maar verkeer als dat nodig is. Dat elimineert files en verstoppingen. De vergelijking met datacenters is treffend: hoe kleiner de knooppunten, hoe groter de stabiliteit van het geheel. Hoe meer je lokaal kunt afhandelen, hoe minder de netbelasting.

De logica van Kondratieff

In de lange golven van de economie, zoals Kondratieff ze ooit beschreef, volgen economie, energie en techniek elkaar in vaste patronen. De eerste golf dreef op kolen en stoom. De tweede op olie en verbranding. De derde op gas en efficiëntie. En nu luidt kernenergie de vierde in: compact, schoon en constant. In die logica nam onze politiek helaas twintig jaar geleden een verkeerde afslag. Gelukkig beseft zij dat nu ook en moeten we helaas eerst terugrijden om in de juiste richting verder te gaan. Verspilde moeite en energie.

Elke stap vergroot de energiedichtheid — meer vermogen uit minder massa. AI hoort bij diezelfde cyclus: extreem krachtig, maar hongerig. De volgende sprong vooruit zal niet komen van zon en wind, maar van het beheersen van dichtheid — in zowel energie als in intelligentie. Hoe goedkoper en stabieler de energievoorziening, hoe goedkoper en beter we die kunstmatige intelligentie – naast een noodzakelijke verdediging – kunnen inzetten voor onze welvaart en dus ons welzijn.

Energie als strategisch wapen

Wie denkt dat we de digitale wereld van morgen kunnen aandrijven met de techniek van gisteren, heeft de geschiedenis niet gelezen. Wie energie beheerst, beheerst zijn digitale toekomst. Rusland heeft gas en kernenergie. China heeft kolen en kernenergie. De Verenigde Staten heeft gas en kernenergie. Europa heeft idealen, gasputten vol beton gestort — en steeds meer stroomtekort.

Zolang onze verdediging afhankelijk is van zon en wind, kunnen anderen makkelijk bepalen wanneer onze firewalls falen. Betrouwbare energievoorziening is geen randvoorwaarde meer van cybersecurity; het is cybersecurity. De digitale oorlog van vandaag wordt niet gewonnen door de slimste code, maar door de betrouwbaarste en goedkoopste kilowatt.

De nieuwe tachtigjarige golf

Tachtig jaar na de Tweede Wereldoorlog bevinden we ons opnieuw op een kantelpunt. De generatie die de oorlog meemaakte, is verdwenen. Alleen de boomers herinneren zich nog de verhalen van hun ouders over wat er nodig was om vrijheid te herstellen en de wereld weer op te bouwen. Generaties X,Y, Z en Alpha groeiden op in vrede — en geloven dat oorlog iets uit geschiedenisboeken is. Maar zoals in 1938 niemand besefte dat de wereld van 1948 totaal anders zou zijn, zo beseffen we nu nauwelijks dat ook 2035 onherkenbaar veranderd zou kunnen zijn.

Een nieuwe tachtigjarige cyclus breekt aan: met nieuwe technologie, nieuwe machtsblokken, nieuwe verhoudingen. Communicatie en energie vormen de basis van welvaart, maar ook van vrede. De vraag is of de jonge generatie op tijd beseft wat er nodig is — dat vrede, veiligheid en energie niet vanzelfsprekend zijn, maar telkens opnieuw bevochten moeten worden.

Slot – De wederopbouw van een betrouwbare energievoorziening

De digitale oorlog die voor ons ligt, zal niet worden beslist op het slagveld,
maar in de serverruimte.
Niet door beschikbare kogels, maar door beschikbare kilowatts.

Als Europa opnieuw wil opbouwen — zijn industrie, zijn defensie, zijn autonomie
— dan begint dat met een energiebron die niet uitvalt in de windstille Kerstnacht.

Kernenergie is niet langer een taboe.
Het is de stille motor van onze digitale verdediging.

Door: Hans Timmerman (foto)

Flex IT Distribution BW + BN
Gartner BN tm 12-11-2025 - 1

Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!