Waarom de Verenigde Staten het rijk van de unicorns blijven
Over de hele wereld worden technologiebedrijven in een razend tempo groot. Toch springt één feit er telkens weer uit: meer dan 55% van alle unicorns (bedrijven met een waarde van meer dan 1 miljard dollar) komt uit de Verenigde Staten. Volgens het laatste PwC-onderzoek “The Grass Is Greener on the Other Side” uit februari 2025, heeft Europa minder dan 10% van de unicorns, waar Nederland 1% van zijn rekening neemt. Met andere woorden: van elke tien unicorns ter wereld zijn er vijf Amerikaans, en er is maar één Europees. Dat is een opvallend groot verschil. En het zegt veel over hoe de Amerikaanse economie ingericht is, hoe investeerders denken, en hoe ambitie wordt beloond. Dit schrijft Snezana Zivcevska-Stalpers (foto) in deze blog.
Wie in de Verenigde Staten een goed idee heeft, kan rekenen op een ecosysteem dat risico’s niet schuwt. Venture capital, het geld waarmee startups worden gefinancierd, is diep verankerd in de Amerikaanse economie en cultuur. Amerikaanse investeerders nemen grotere risico’s, handelen sneller, en zijn gewend aan mislukkingen. Ze denken in termen van groei, en niet in failur.
Dat is fundamenteel anders dan in Europa, waar de investeringswereld nog steeds versnipperd en terughoudend is. Volgens PwC investeren Amerikaanse investeerders vijf keer zoveel van het BBP in venture capital als Europa doet: 0,21% in de VS tegenover slechts 0,04% in de EU, en 0,11% in Nederland en voor Nederland is dat 3x als EU gemiddelde. Dat verschil vertaalt zich rechtstreeks naar kansen. Amerikaanse startups hebben gemakkelijker toegang tot geld, zeker in de latere groeifases waarin echt grote bedragen nodig zijn. In Europa blijft dat lastig: fondsen zijn kleiner, de besluitvorming trager, en het risicoprofiel conservatiever. Hierdoor verhuizen steeds meer Europese startups naar de Verenigde Staten zodra ze in de scale fase komen.
De Verenigde Staten vormen een gigantische, uniforme markt: meer dan 330 miljoen consumenten die dezelfde taal spreken, onder dezelfde regels leven en vaak dezelfde cultuur delen. Dat maakt het voor start-ups eenvoudiger om hun producten of diensten snel op te schalen. In Europa ligt dat anders. Wie vanuit Nederland uitbreidt, moet rekening houden met 27 landen, 24 talen en talloze regels en belastingsystemen. Zelfs als een bedrijf succesvol is in Nederland, begint de uitdaging pas echt zodra het de grens over wilt. Aanpassen aan lokale regelgeving, vertalen, compliance, verschillen in consumentenvoorkeuren, het kost tijd, geld en energie. Volgens PwC is het verschil zelfs na correctie voor bevolkingsgrootte en economie nog steeds enorm: de Verenigde Staten hebben 2 tot 3 keer meer unicorns per hoofd van de bevolking dan Europa. Per miljard dollar aan BBP telt de VS 61 unicorns; Nederland komt niet verder dan 29. Het verschil is duidelijk, de Amerikaanse markt is gebouwd voor schaal. De Europese voor nuance.
Talent
Naast kapitaal is er een tweede pijler die het Amerikaanse succes verklaart: toegang tot human talent. De VS trekken al decennialang de slimste mensen van de wereld aan, van ingenieurs en data scientists tot creatieve ondernemers. Universiteiten als Stanford, MIT en Harvard vormen niet alleen kenniscentra, maar ook broedplaatsen van start-ups. Veel buitenlandse studenten blijven na hun afstuderen in de VS en starten er hun eigen onderneming. Daarmee ontstaat een vliegwieleffect: waar talent zich verzamelt, groeit innovatie. En waar innovatie bloeit, volgt kapitaal. In Europa werkt het helaas vaak andersom. PwC ontdekte dat 64 Europese unicorns hun hoofdkantoor hebben verplaatst naar het buitenland, waarvan 50 naar de Verenigde Staten. Omgekeerd verhuisde slechts één Amerikaanse unicorn naar Europa. Dat zegt genoeg: de aantrekkingskracht van het Amerikaanse ecosysteem is immens. Het biedt niet alleen geld en klanten, maar ook een cultuur waarin falen bij succes hoort en waarin groot denken wordt beloond.
Europa heeft onmiskenbaar sterke punten: hoogopgeleide professionals, solide infrastructuur, en een sterke innovatiedrang. Maar het continent wordt geremd door complexe regelgeving, kleinere thuismarkten en een gebrek aan cohesie. Volgens PwC en het IMF hebben Europese bedrijven minder “business dynamism”, oftewel minder vermogen om snel te groeien en te vernieuwen. Er zijn veel kleine bedrijven, maar relatief weinig groeien door naar de top.. Amerikaanse startups daarentegen groeien sneller en nemen meer mensen in dienst: zes keer zoveel als Europese bedrijven van vergelijkbare leeftijd en omvang.
Open mindset
Toch doet Nederland het binnen Europa relatief goed. We staan op de vierde plaats binnen de EU met 32 unicorns, waaronder bekende namen als Adyen, Mollie, Picnic en Booking.com.
Daarnaast bevindt 7% van alle Europese unicorns zich in de regio Amsterdam.Dat toont aan hoe sterk de Nederlandse innovatiecultuur is. We hebben een goed ecosysteem, internationale oriëntatie en een open mindset. Maar onze thuismarkt is klein. En kapitaal voor de echt grote sprong is schaars. Veel Nederlandse startups breiden daarom eerst uit naar Duitsland of het Verenigd Koninkrijk, en wie echt wereldwijd wil groeien, kiest vaak voor de Verenigde Staten. Nederland blijkt een uitstekende lanceringsbasis, maar biedt nog geen schaalplatform.
Elke ondernemer komt vroeg of laat op een kruispunt: blijf ik binnen mijn comfortzone, of durf ik de sprong te wagen? Niet internationaliseren betekent vaak kiezen voor zekerheid boven potentieel. Wie wereldwijd wil groeien, moet risico's durven nemen, en de Verenigde Staten blijven de plek waar dat het snelst kan. Zoals PwC het treffend samenvat: “The grass is greener on the other side.” De Amerikaanse economie biedt precies wat startups nodig hebben: kapitaal, klanten, talent, en een cultuur die groot denken stimuleert, en falen niet afstraft.
Geschreven door: Snezana Zivcevska-Stalpers