SUSE: Digitale autonomie, open source en de nieuwe rol van CIO en CTO
De digitalisering van organisaties staat op een kantelpunt. Waar CIO’s en CTO’s jarenlang vooral bezig waren met kostenbeheersing en het consolideren van infrastructuur, schuift de agenda nu richting innovatie, digitale autonomie en strategische besluitvorming. IT-leiders worden architecten van vernieuwing, die keuzes moeten maken over data, cloud, open source en kunstmatige intelligentie in een geopolitiek en economisch complex speelveld.

In dat licht plaatst Bert Boerland (foto), Senior Account Executive bij SUSE, de discussie in een bredere context. Hij schetst hoe organisaties balanceren tussen efficiëntie in de kern en experimenten aan de randen van hun IT-landschap, hoe multi-vendor strategieën en open source een middel worden om lock-in te vermijden, en hoe de verschuiving van cloud naar on-premises samenhangt met de zoektocht naar meer controle over data.
Van kostenreductie naar innovatie
Volgens Boerland is er een duidelijke verandering zichtbaar in de gesprekken die hij voert met CIO’s en CTO’s. Waar de nadruk enkele jaren geleden lag op het reduceren van kosten, ligt de focus nu steeds meer op innovatie.
“Vroeger draaide het om zo diep mogelijk snijden tot we bij wijze van spreken op het bot zaten. Nu gaat het om het kweken van spierkracht. Kostenreductie is niet verdwenen, commoditydiensten zullen altijd goedkoper moeten worden, maar de investeringsruimte gaat steeds meer naar de periferie, naar de rand van het IT-landschap waar geëxperimenteerd kan worden met nieuwe technologieën zoals AI.”
Hij vergelijkt dit met de ontwikkeling van steden. In de kern is alles strak geregeld en gestandaardiseerd, zoals bij een Amerikaans grid. Maar juist aan de rafelranden, in creatieve broedplaatsen, ontstaat innovatie. “Zo is het ook in IT: de kern moet efficiënt en gestandaardiseerd blijven, maar aan de randen bloeit vernieuwing. Dat is waar het geld naartoe gaat.”
Digitale autonomie
Een belangrijk thema in die vernieuwing is digitale autonomie. Boerland benadrukt bewust dat hij liever over autonomie spreekt dan over soevereiniteit. “Soevereiniteit suggereert dat je volledig onafhankelijk kunt zijn, maar dat is een illusie. Technologie is per definitie een keten van internationale samenwerking. Chips komen uit Taiwan, assemblage uit China, software uit de VS of Europa. Autonomie betekent dat je bewust kiest waar je afhankelijkheden wilt hebben en waar niet.”
In de praktijk vertaalt dit zich in een groeiende belangstelling voor multi-vendor strategieën en open source. Organisaties willen minder afhankelijk zijn van enkele grote leveranciers en zoeken alternatieven. “We zien bijvoorbeeld dat Red Hat het moeilijk heeft in Europa en dat overheden actief kijken naar vervangende oplossingen. Open source biedt de mogelijkheid om flexibeler om te gaan met standaarden en afhankelijkheden. Dat is ook waar SUSE sterk staat: open by design, soevereign by choice.”
Terug uit de cloud
Opvallend is ook een beweging die Boerland beschrijft: organisaties die hun data en applicaties terughalen uit de cloud. “We zien een trend terug naar on-premises, gecombineerd met open source. Dat is de hoogste vorm van autonomie. Zeker in de publieke sector is dat belangrijk, omdat gevoelige data niet zomaar in een ander rechtsgebied mag belanden. Met geofencing-oplossingen zorgen we dat data en beheer binnen Europa blijven, uitgevoerd door mensen met een Europees paspoort. Voor sommige klanten is dat cruciaal.”
Boerland erkent dat dit soms minder efficiënt is dan een mondiale follow-the-sun aanpak, maar dat het noodzakelijk kan zijn om te voldoen aan de eisen van digitale autonomie.
Herwaardering van Linux
Een andere verschuiving die Boerland ziet, betreft de desktop. Waar kantoorautomatisering decennialang draaide op zware clients en lokale applicaties, is de browser steeds meer het centrale werkstation geworden.
“Als je ‘woont’ in de browser, maakt het eigenlijk niet meer uit welk besturingssysteem je gebruikt. Dat opent de deur naar lichtere, goedkopere alternatieven, waaronder Linux-desktops. Wij zien in de publieke sector hernieuwde interesse voor SUSE Linux Enterprise Desktop, vaak in combinatie met Nextcloud en andere open source-oplossingen. Daarmee kunnen organisaties lock-in verminderen en digitale autonomie vergroten.”
Volgens Boerland is dit geen terugkeer naar oude discussies over Linux versus Windows, maar een nieuwe realiteit waarin de browser centraal staat. “Het gaat erom dat je de vrijheid hebt om te kiezen, en dat is precies waar open source voor staat.”
AI
SUSE heeft AI diep in de propositie verweven. “We gebruiken AI in onze diensten, bijvoorbeeld in support en security, maar altijd met de mens in controle. Bias en verkeerde aannames zijn een reëel risico. Open source biedt hier een belangrijk tegenwicht: transparantie en controle blijven bij de gebruiker.”
Daarnaast faciliteert SUSE AI-workloads via Rancher, het Kubernetes-platform van het bedrijf. “Daarop draaien uiteenlopende workloads, van de website van de Tweede Kamer tot DigiD. AI kan daar net zo goed op draaien, vaak met GPU’s. Wij leveren de infrastructuur en werken samen met partners die AI-applicaties ontwikkelen. Onze rol zit aan de kant van DevOps en infrastructuur, niet in de applicatie zelf.”
Partners
SUSE is, zo benadrukt Boerland, een volledig partnergedreven organisatie. “Onze klanten zijn onze partners. Wij leveren de technologie en de kennis, maar de implementatie, het beheer en vaak ook de innovatie komen van partners. Daarom investeren we sterk in partnerprogramma’s, zowel wereldwijd als lokaal.”
Boerland gelooft dat groei in IT niet per se betekent dat alles groter moet worden, maar dat de kwaliteit omhoog gaat. “We moeten groei anders definiëren. Het gaat niet om steeds meer systemen of hogere torens, maar om meer waarde, betere kwaliteit, meer autonomie.”
Menselijke maat
Bij AI is dat des te belangrijker. Boerland wijst op het risico dat AI getraind wordt op door AI gegenereerde data, wat tot vertekeningen kan leiden. “Daar moeten we kritisch op zijn. AI moet de mens dienen, niet vervangen. Er zullen altijd domeinen zijn waar AI autonoom kan opereren, maar er zijn ook situaties waar een mens de controle moet houden. Dat onderscheid wordt de komende jaren cruciaal.”
Hij pleit daarom voor duidelijke regels en filosofische discussies over de grenzen van AI. “We staan pas aan het begin. Quantum computing en nieuwe vormen van AI gaan de wereld ingrijpend veranderen. De techniek mag zich ontwikkelen, maar we moeten paal en perk stellen aan de manier waarop we met data omgaan en hoe AI beslissingen neemt.”
Belangrijk is het besef dat technologie altijd ingebed is in een bredere context van mensen, processen en maatschappelijke waarden. Boerland besluit: “De techniek heeft geen grenzen aan groei. Maar hoe we die groei invullen, dat is waar de echte keuzes gemaakt worden.”
Door: Marco van der Hoeven